Motivatie in de winter

Je zit halverwege de winter. Je bent al goed begonnen aan de voorbereiding op het seizoen maar het duurt nog even voordat de echte wegwedstrijden beginnen. Het begint buiten kouder te worden en het weer slechter. Je merkt dat je steeds minder uitkijkt naar jouw ritjes op de fiets. Hoe zorg je in deze tijd dat jouw motivatie hoog blijft?

motivatie wielrennen winter

Naarmate de winter vordert doe de kou en nattigheid zijn intreden.  Niet altijd even makkelijk om gemotiveerd te blijven

Om erachter te komen hoe we de motivatie hoog kunnen houden is het eerst belangrijk om duidelijk te hebben wat motivatie nou daadwerkelijk is.

Wat is motivatie?

De betekenis van motivatie is de bereidheid tot het verrichten van een bepaald gedrag (Sage, 1997). Het bepaald welke weg, hoeveelheid energie en hoe volhardend iemand is om zijn doel te bereiken. De richting, de weg iemand neemt, heeft betrekking op de manier waarop het individu denkt zijn doel te bereiken. Zoekt hij tijdens de weg naar zijn doel bepaalde situaties of wedstrijden op. De hoeveelheid energie, ook wel intensiteit, refereert naar de hoeveelheid moeite die je steekt in bijvoorbeeld jouw trainingen.  Met volharding wordt bedoeld hoe lang jij het gedrag kan volhouden om jouw doelen te bereiken.

 

Grofweg kan je motivatie voor jouw als fietser  opdelen in 7 verschillende soorten

  • Intrinsieke motivatie – Motivatie die uit jouw zelf komt.
  • Extrinsieke motivatie – Motivatie van buitenaf
  • Primair – Ongeleerde Motivatie die ons aanzet tot gedrag om te blijven leven. Denk aan honger en dorst gevoel
  • Secondair – Aangeleerde motivatie ontwikkeld door persoonlijke en sociale ervaringen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het zien van een wielerwedstrijd als klein kindje waarna je ook zelf wielrenner wil worden.
  • Initieel - Waarom je iets gestart bent
  • Pre doel – wat voor invloed heeft dit gedrag op jouw doel, wedstrijd of evenement
  • Lange termijn – wat voor invloed dit gedrag heeft op de lange termijn

 

Als mensen ervaar je dagelijks deze verschillende vormen van motivatie. Er is geen goede of slechte soort van motivatie maar het kan zijn dat je verschillende situaties vanuit een andere hoek moet bekijken om een positief effect te hebben op de motivatie.

Nu we de vormen en definitie van motivatie duidelijk hebben kunnen we gaan kijken hoe we dit beïnvloeden.

Wat heeft invloed op de motivatie?

Zelfeffectiviteit, self efficacy genoemd, speelt een belangrijke rol in de motivatie van een persoon. Met self efficacy wordt het vertrouwen bedoeld dat een persoon heeft in zijn eigen bekwaamheid om een bepaald probleem op te lossen of een bepaalde taak te volbrengen. De theorie van self efficacy suggereert dat “prestatie uit het verleden is de grootste voorspeller zijn van zelfvertrouwen”(Bandura, 1986). Dit betekent als de atleet gelooft in het succesvol afronden van de taak dat de kans ook groter is dat de atleet dit werkelijk ook gaat doen. Atleten met een hoge self efficacy, kiezen moelijkere taken, houden het langer vol, hebben meer gedrevenheid en ervaren de moeite die zij doen als iets positiefs (Murphy, 2005). Self efficacy moet de twijfel bij sporters wegnemen. Twijfel kan juist een hinder zijn voor de motivatie. Als atleet kan het handig zijn daarom voor een belangrijk doel al een soort gelijke ervaring op te doen om de twijfels weg te nemen en het vertrouwen te laten groeien zodat je vol motivatie kan toewerken naar jou doel en vertrouwen hebt opgebouwd dat je het kan halen.

 

Doel oriëntatie draagt bij aan jouw motivatie status. Deze doel oriëntatie kan opgedeeld worden in drie verschillende vormen(Nicholls, 1984):

  • taak oriëntatie,
  • ego oriëntatie
  • prestatie oriëntatie

Bij taak oriëntatie ben je vooral gericht op persoonlijke vooruitgang. Het succes voor deze sporter zit hem dus in het verbeteren van zichzelf. Hierdoor ontstaat een hoog zelfvertrouwen en meer plezier in het uitvoeren van de taak. Sporter die dit toepassen zijn vaak gemotiveerd om het beste uit zichzelf te halen.

Mensen die ego oriëntatie  toepassen zijn vooral bezig met te laten zien hoe goed zij zijn. Het succes voor deze sporters zit hem in het verslaan van andere. Kenmerken hiervan zijn een grote onzekerheid en alleen hard werken als dat nodig is. Dit is vooral een vorm van extrinsieke motivatie en meestal niet op lange termijn vol te houden.

Prestatie oriëntatie is gelinkt aan de persoonlijkheid van de sporter. Sporters kunnen een hoge of lage behoefte hebben aan competentie. Mensen met een hoog gevoel voor competentie zijn meestal taak georiënteerd wat beter is voor de motivatie.

Doelen stellen motivatie wielrennen

Heldere doelen stellen is een onderdeel om de motivatie te verhogen

Wat verbeterd de motivatie

Doelen stellen geeft de sporter richting waar ze naar toe willen en creëert een mogelijkheid waarin zij al hun motivatie kwijt kunnen. Doelen kunnen worden verdeeld in uitkomstdoelen, prestatiedoelen en procesdoelen. Uitkomst doelen refereren naar een specifieke uitkomst zoals een winst in een wedstrijd. Prestatie refereert naar het behalen van een persoonlijk resultaat en procesdoelen refereert naar de kleinere doelen tijdens de weg naar het grotere resultaat. Een goede manier is via de SMART methode. Bekijk hiervoor een eerdere blog.

creëer helderheid

Mensen kunnen gemotiveerd zijn voor het deelnemen in een sport door verschillende redenen. Door deze reden voor het deelnemen aan de sport helder te hebben kan je jouw doelen en verwachtingen vormgeven. Als jouw doelen overeen komen met de reden waarom jij de sport beoefent zal jouw motivatie omhoog gaan om deze doelen te bereiken

De rol van een coach

Een coach of trainer kan ook de motivatie van een atleet beïnvloeden, zowel positief als negatief. Een coach of trainer kan belangrijk zijn bij het opstellen van de doelen van atleten. Zo kan hij bereikbare doelen aangeven en onrealistische doelen stoppen of omvormen tot moeilijke maar realistische doelen. De communicatie van een trainer of coach is ook belangrijk. Weten wat werkt bij een atleet is belangrijk. Straal je als coach enthousiasme en energie uit. Grote kans dat jij dat als atleet overneemt.

Referenties

Bandura, A. (1986). The explanatory and predictive scope of self-efficacy theory. Journal of social and clinical psychology4(3), 359-373.

Murphy, S. (2005). Model of Imagery in Sport Psychology: A Review Journal of Mental
Imagery, 14 (3 and 4), 153 – 172.

Nicholls, J. G. (1984). Achievement motivation: Conceptions of ability, subjective experience, task choice, and performance. Psychological review91(3), 328.

Sage (1977); cited in Weinberg, R. S., Gould, D., & Weinberg, R. (2003). Foundations of sport and exercise psychology.

 

Auteur: Daan van Sintmaartensdijk